FAQ Veelgestelde vragen

Er zijn twee soorten grafische bestanden, bestanden op basis van pixels en bestanden op basis van vector.

Bestanden op basis van pixels bestaan eigenlijk uit kleine vierkantjes (pixels). Deze kan je zien als je inzoomt op de afbeelding die je gebruikt.

Bestanden op basis van vector zijn anders opgebouwd. Deze bestaan namelijk uit bepaalde lijnen en vlakken die samen het beeld opmaken.

Met afloop bedoelen wij een extra ruimte rondom je product dat wordt afgesneden tijdens de productie. De snijmarkeringen op de digitale drukproef geven aan waar de machine het product gaat afsnijden. Desondanks is de machine niet 100% accuraat, wat ervoor kan zorgen dat er een kleine afwijking kan ontstaan bij het afsnijden. Dit is de reden waarom afloop zo belangrijk is!

Hoe zorg ik voor de juiste afloop en marges?

Met behulp van de afbeelding hieronder kan je zien hoe je de afloop kan toevoegen en welke marges je kan gebruiken, om ervoor te zorgen dat het bestand op de juiste afmetingen wordt gedrukt. We raden aan om onze templates te gebruiken voor het opmaken van je bestand om het beste resultaat te krijgen!

‘Formaat om in te dienen’: Laat de achtergrond en alle afbeeldingen lopen tot deze rand. Hierdoor kan er namelijk geen witte rand ontstaan bij het printen.

‘Uiteindelijke grootte’: Deze lijn geeft aan waar jouw ontwerp wordt afgesneden.

‘Veilig gebied’: In deze veilige zone mogen geen cruciale onderdelen van je ontwerp staan. Dit met de reden dat als er een snijafwijking ontstaat, dit ervoor zorgt dat deze cruciale onderdelen worden afgesneden. Deze marge verschilt per product en kan gevonden worden in het tabblad ’template’ dat bovenaan elke productpagina staat. Mocht er een kleine afwijking ontstaan bij het afsnijden, worden de belangrijkste elementen van je ontwerp niet geraakt hierdoor.

Even ter herinnering. Wanneer je ontwerp op maat wordt gemaakt bij de productie, kan het voorkomen dat er kleine afwijkingen voorkomen bij het afsnijden. Bij 95% van de producten die afgesneden worden is er minder dan 0.5 mm aan afwijking, toch raden wij aan om 3 mm marge mee te nemen hiervoor.

Wij vragen altijd om de ontwerpen aan te leveren in CMYK kleuren. Het verschil tussen RGB en CMYK is het bereik van de kleuren. RGB is alleen bruikbaar voor digitale weergave (ook wel lichtkleuren genoemd), waardoor het de mogelijkheid heeft om behoorlijk felle kleuren te bereiken. Omdat het niet mogelijk is om lichtkleuren te bedrukken kan de bedrukking donkerder uitvallen wanneer het bestand met RGB kleuren is aangeleverd. Als je ontwerp bijvoorbeeld een felle, gif-groene kleur heeft, is de kans groot dat deze kleur behoorlijk bleek wordt gedrukt. Zoals zichtbaar is op de volgende foto, is het ontwerp op je scherm niet altijd exact hetzelfde als de uiteindelijke druk.

Heb je alleen je ontwerp beschikbaar in RGB kleuren?

In dat geval heb je twee opties:

Je kan zelf het bestand converteren naar CMYK kleuren. Dit kan je doen door het programma Adobe Photoshop te gebruiken. Gebruik het menu en navigeer naar: Afbeelding > Mode > CMYK.
Je kan er ook voor kiezen om het RGB bestand te uploaden. Wanneer wij bestanden in RGB kleuren ontvangen zal het automatisch worden geconverteerd naar CMYK wanneer de bestanden drukklaar gemaakt worden. Daarom is het ook mogelijk om afwijkende kleuren te zien in de digitale drukproef.

Het nadeel hiervan is dat er altijd een klein kleurverschil zal ontstaan tussen het bestand dat jij upload en het bestand dat wij naar de printer sturen. Soms is het verschil al zichtbaar op je scherm wanneer je de drukproef aan het bekijken bent, maar om het uiteindelijke resultaat te bekijken zal je moeten wachten op het echte product.

RGB
RGB kleuren betekent letterlijk Rood, Groen en Blauw. Met deze kleuren combinatie kan je hele heldere kleuren maken, omdat het uitgangspunt van deze kleuren licht is (wit). Neem als voorbeeld een televisiescherm. Wanneer deze uit staat, is het scherm zwart (geen kleur). Er wordt vervolgens licht toegevoegd om kleuren te creëeren. RGB kleuren zijn niet hetzelfde als print kleuren. Als je bestand uit RGB kleuren bestaat, zal het eerst moeten worden omgezet naar CMYK kleuren. Let op: Jouw computerscherm is ook opgemaakt uit RGB kleuren. Daarom zal er altijd een verschil zitten tussen wat jij ziet op je scherm en wat er uiteindelijk gedrukt gaat worden.

CMYK
CMYK staat voor Cyan, Magenta, Yellow & Key. Dit is het kleurenmodel wat gebruikt wordt voor full colour print producten. Bijna elke kleur is hiermee te creëren. Hoe hoger het percentage van een bepaalde kleur, hoe donkerder het resultaat zal zijn. CMYK is het kleurenmodel dat wordt gebruikt om full colour te printen. We vragen je dan ook om je bestanden aan te leveren in CMYK kleuren.

PMS
Het bedrijf Pantone heeft meer dan 2100 kleuren waarvan elke kleur een eigen nummer heeft. Deze nummers garanderen dat alle kleuren, waar dan ook in de wereld, exact hetzelfde zijn. Hierdoor zijn de Pantone kleuren erg geschikt voor bedrijfslogo’s en huisstijlen. Pantone kleuren zijn moeilijk te converteren naar CMYK. De kleuren zijn opgemaakt uit 15 basis pigmenten, inclusief zwart en wit. Alle Pantone kleuren worden gemaakt door middel van het mixen van een bepaalde hoeveelheid van het ene pigment met een bepaalde hoeveelheid van een ander pigment.

Hoe werkt een CMYK printer?
Een CMYK printer gebruikt de licht-absorberende cyaan, magenta en gele ink en de kleuren worden gemixt door gebruik te maken van technieken als Dithering, rasteren en andere optische technieken. CMYK printers plaatsen de kleuren op het product, wat het reflecterende licht ‘blokkeert.’ Het gevolg hiervan is dat de kleuren in het echt zullen verschillen van hoe ze op een scherm worden getoond, zoals te zien is in de afbeelding. Dat is ook de reden waarom wij geen RGB bestanden accepteren en wij jou vragen om de bestanden in CMYK kleuren in te leveren. Dit verkleint de kans dat jij straks teleurgesteld bent over het resultaat, omdat het niet is wat je had verwacht vanwege het kleurverschil.

Elke productpagina heeft een bepaalde structuur. Bovenaan elke pagina staat de productnaam van het specifieke product, onderaan de pagina staan een aantal tabbladen. Deze tabbladen bevatten alle nodige informatie over het product zelf en over het aan te leveren ontwerp. Wij raden ten zeerste aan om hier even goed doorheen te gaan.

De onderdelen die je met Spot UV afwerking wilt laten verwerken, vragen wij jou aan te leveren op een aparte pagina binnen je bestand, in 100% zwarte kleur. Met andere woorden, het bestand dat je gaat aanleveren zou bestaan uit twee onderdelen. Het ene onderdeel zou het volledige design moeten bevatten. Het tweede onderdeel zou alleen de elementen moeten bevatten die met Spot UV verwerkt moeten worden.

Even ter herinnering, de minimale lijndikte is 1 pt. De positionering van de coating kan lichtelijk verplaatst worden. Wanneer deze laag gezet wordt kan er een standaard afwijking van 0.5 mm plaatsvinden. Om deze reden raden wij je aan geen dunne elementen in Spot UV te laten drukken, zoals dunne lijnen of letters. Je krijgt het beste effect als je grotere elementen benadrukt met Spot UV. Denk hierbij aan logo’s of afbeeldingen.

Let erop: dat alle foliedruk steeds binnen de veilige marge valt, als dit te dicht op de snijlijn staat ontstaat er een risico op rafelen.

We begrijpen dat het soms lastig kan zijn om al die ingewikkelde termen en concepten te volgen, wanneer je niet echt bekend bent in de print industrie. Bij het klaarzetten van je bestanden voor het drukken, zijn er een aantal algemene termen die handig zijn om te kennen. Dit moet ervoor zorgen dat jouw ontwerp geprint gaat worden zoals jij dat wilt.

Dus, wat is overprint?

Simpel gezegd, overprint gebeurt wanneer kleuren over elkaar heen worden gedrukt waardoor de kleuren gaan mengen. Het mengen van deze kleuren zorgt ervoor dat het resultaat een hele andere kleur laat zien dan zou moeten. Als voorbeeld, wanneer gele inkt wordt geprint over inkt in cyaan kleur, komt er een groene kleur uit. Dit kan dus een probleem worden wanneer niet alle delen van je ontwerp klaar staan voor overprint en het eindresultaat gemende, ongelijke kleuren laat zien.

Wanneer delen van je ontwerp niet staan ingesteld voor overprint, gaat in het resultaat de onderste kleur niet verschijnen. De kleur onder de bovenste laag zal niet geprint worden, waardoor alleen de bovenste laag verschijnt op de print. Het mengen van de kleuren is dan niet mogelijk. Dit voorkomt dus het mengen van kleuren, vlekken die kunnen ontstaan en oververzadiging van de kleuren. Als voorbeeld: Wanneer jouw ontwerp niet staat ingesteld voor overprint, wordt bij het drukken van bijvoorbeeld paarse inkt bovenop gele inkt alleen de bovenste, paarse laag gedrukt. De gele inkt zal dus niet zichtbaar zijn, alleen de paarse inkt zal te zien zijn.

Hieronder volgen een aantal handige tips voor het gebruik van overprint in jouw design:

• Als een element in jouw design staat ingesteld voor overprint, alleen zit er geen kleur onder de bovenste laag, zal het element met overprint helemaal niet gedrukt worden.
• Elementen die wit zijn moeten nooit ingesteld staan voor overprint, aangezien wit geen standaard kleur is bij het printen.
• Wanneer je een wit element voor overprint instelt, zal het niet verschijnen op het uiteindelijke product. Alleen de laag onder het witte element zal geprint worden.
• Als je tijdens het klaarmaken van je design voor het drukken wilt controleren of je elementen wel of niet in hebt gesteld voor overprint, controleer dit dan in het afdrukvoorbeeld in Adobe Acrobat.

Wat is nou eigenlijk resolutie?
Je hebt de de term ‘resolutie’ vast al vaak voorbij zien komen. Maar wat betekent het nu eigenlijk? Met de term resolutie wordt de kwaliteit en scherpte van een beeld uitgedrukt. Resolutie geeft de dichtheid van het aantal beeldpunten (pixels) aan. Hoe hoger de resolutie, hoe meer beeldpunten er zijn en hoe scherper de afbeelding is.

Om voldoende detail en scherpte in een foto te houden is voor druk- en printwerk een minimale resolutie nodig van 150 ‘dots per inch’ (dpi), ‘of pixels per inch’ (ppi). Naarmate dat aantal toeneemt, neemt ook de scherpte van de foto toe. Tot 300 dpi, daarboven is het verschil bij normaal drukwerk niet meer waarneembaar. Het beste resultaat krijg je dus met beeldmateriaal op 300 dpi.

Als je een foto hebt met een resolutie van 72 dpi, en deze wijzigt naar 300 dpi, dan zal het formaat van die foto naar verhouding kleiner worden.

In feite gaat het om het totaal aantal pixels van de afbeelding.

Een drukwerk voorbeeld:
Een afbeelding heeft 3600 pixels in de breedte. Wil je deze afbeelding gebruiken voor digitaal drukwerk dan zal de kwaliteit 300 pixels per inch moeten zijn. De maximale afmeting voor deze afbeelding is dus 3600 / 300 = 12 inch Een inch is 2,54 cm.  Dus 12 * 2,54 =  30cm voor de maximale kwaliteit.

Een spandoek voorbeeld:
Voor spandoeken en canvassen is bijvoorbeeld minimaal 150 dpi nodig. Nemen we dezelfde afbeelding dan delen we de 3600 pixels door 150dpi en dan hebben we een afmeting van 24 inch en dat is bijna 61 cm voor de maximale kwaliteit. We stoppen hierbij dus 150 pixels in 1 inch.

Stel, je wilt een spandoek af laten drukken met deze afbeelding. Voor dit voorbeeld nemen we een spandoek van 1 meter breed (100 cm). Dat is dus ongeveer 39 inch. We ‘verdelen’ nu het aantal pixels (3600) over de inches en dan blijven er dus 92 pixels per inch over (3600 / 39). Het resultaat is dus dat er ruimte tussen de pixels komt te liggen en het spandoek ‘korrelig’ wordt.

Wil je dit een spandoek op maximale kwaliteit bij 150dpi dan moet in dit voorbeeld de afbeelding 39 * 150 (inch * minimale pixels)= 5850 pixels zijn.

Een foto kun je altijd verkleinen zonder kwaliteitsverlies, maar vergroten levert altijd een afbeelding op van slechtere kwaliteit omdat het aantal pixels gelijk blijft en deze verdeeld worden over de afmeting van de afbeelding!

Wat is nou eigenlijk compressie?
Compressie vindt plaats om afbeeldingen zo op te slaan dat ze zo min mogelijk ruimte op de harde schijf innemen. Afbeeldingen worden vaak opgeslagen als .jpg bestand omdat de bestandsgrootte daarmee beperkt kan worden gehouden. Maar aan compressie zijn wel kwaliteitsrisico’s verbonden.

Hoe hoger de compressie, des te lager de kwaliteit. Hoge compressie wil zeggen dat pixels van min of meer gelijk waarde gelijk worden getrokken en dus als één tellen. Bij hoge compressie worden meer kleurnuances gelijk getrokken dan bij lage compressie. Dat resulteert in de blokvorming die vaak bij .jpg bestanden te zien is. Detail in de afbeelding wordt daarmee ook minder. Als een bestand eenmaal met hoge compressie, dus in mindere kwaliteit is opgeslagen, is het niet meer mogelijk de kwaliteit te verbeteren.

Zorg dus dat je afbeeldingen altijd op 300dpi zijn ingesteld en dat je .JPG bestanden van goede kwaliteit zijn. Begin vandaag nog met printen!

Om goed te begrijpen waarom de inktbezetting van je bestand belangrijk is, is het handig te weten wat inktbezetting nu eigenlijk is. Inktbezetting is de hoeveelheid inkt die voor jouw drukwerk wordt gebruikt. Als er te veel inkt wordt gebruikt dan zou je drukwerk kunnen gaan vlekken. In dit artikel lees je hoe je dat kunt voorkomen.

Drukken gebeurt met vier kleuren: Cyaan, Magentha, Yellow en Black (Key). Als je bijvoorbeeld een geel vlak in je bestand wilt hebben, dan zou je 100% de kleur geel (Yellow) kunnen gebruiken, de inktbezetting is dan 100 %. Een geel vlak is gemakkelijk, omdat geel 1 van de 4 kleuren van CMYK is. Wil je echter een oranje vlak in je bestand, dan gebruik je 100% Yellow en 40% Magentha (roze). De inktbezetting is dan in totaal 140%.

Pas op voor te hoge inktbezetting
Bestanden met een inktbezetting boven de 300% kunnen gaan vlekken. Daarom raden we altijd aan om geen hogere inktbezetting dan 280% te gebruiken. Voor een zwarte tekst is het verstandig om ‘gewoon’ 100% zwart (K) te gebruiken.

Donkere afbeeldingen hebben vaak een te hoge inktbezetting. Dit komt doordat er dan niet alleen de drukkleur zwart (key) wordt gebruikt, maar ook alle andere kleuren. Hierdoor komt de inktbezetting boven de 280% en is de kans op vlekken aanzienlijk groter.

Maar hoe pas je dan de inktbezetting aan?
Je kunt de inktbezetting van je bestand aanpassen door in Adobe Photoshop het kleurenprofiel te wijzigen. Dit doe je op de volgende manier:

Stap 1: Open je bestand dat een te hoge inktbezetting heeft in Photoshop.

Stap 2: Ga naar het kopje kleurinstellingen in Photoshop.
Klik op Bewerken en ga dan naar Kleurinstellingen. Of gebruik de sneltoets combinatie: Shift + Cmd + K

Stap 3: Klik op CMYK en selecteer de optie Aangepast CMYK

Stap 4: Stel het inkt limiet in
In het menu dat nu verschijnt zie je onderaan de kop kleurscheidingsoptie’s staan. Hier stel je het limiet zwarte inkt in op 100%. Het totale inktlimiet stel je in op 280%. Klik op OK.

LET OP: je bent nu nog niet klaar. De volgende stap is erg belangrijk!

Stap 5: Wijzig de kleurmodus
Je moet altijd de kleurmodus wijzigen, omdat de kleurinstelling die je zojuist hebt ingesteld anders niet wordt gebruikt. De kleurmodus moet gewijzigd worden naar CMYK. Staat de kleurmodus al in CMYK? Dan dien je hem alsnog te veranderen. Dit wordt in de onderstaande tekst uitgelegd.

De kleurmodus wijzig je door naar Afbeelding -> Modus -> CMYK te gaan. Staat hij al op CMYK? Dan zet je hem in RGB, en vervolgens weer terug in CMYK. Als je dit niet doet en de kleurmodus op CMYK laat staan, dan gebruikt Photoshop de oude CMYK instellingen en is al je moeite voor niets geweest.

Stap 6: Klik op OK

Stap 7: Sla je bestand op als TIFF of PDF
Ga naar Bestand -> Opslaan als, of gebruik de sneltoets combinatie Shift + Cmd + S. Kies bij indeling voor de gewenste extensie.

Zorg ervoor dat lettertypes omgezet zijn in lettercontouren / outlines of ingesloten zijn bij het exporteren naar een PDF-bestand.

Lettercontouren
Door van de tekst in je document lettercontouren, ook wel outlines genoemd, te maken, wordt er eigenlijk een afbeelding van deze tekst gemaakt. Hierdoor is de tekst niet langer gebaseerd op één van de lettertype bestanden en kan het niet meer aangepast worden. Een heel groot voordeel hiervan: de tekst ziet er op iedere computer hetzelfde uit.

In Illustrator en InDesign zet je de fonts of lettertypen om door de tekstlaag te selecteren en te kiezen voor ‘Create outlines’ of ‘Zet om naar lettercontouren’. Dit kan ook met de sneltoets CTRL+SHIFT+O (Windows). Bij MAC gebruik je CTRL+Command (Apple).